Tips: interactie tijdens het voorlezen

 

1. Kennis laten maken met het boek:

  • Actief betrekken begint bij de kaft: ''Waar denk je dat het verhaal over zal gaan? Wat zie je allemaal, heb je dat wel eens eerder gezien? Wat is de titel van het boek?'' (Dit vergroot de woordenschat en de interesse.)
  • Stimuleer de voorkennis.
  • Laat ze voorspellen waar het over kan gaan.
  • Voorwerpen of materialen aanbieden bij het boek maakt het aantrekkelijker voor kinderen.

 

2. Tijdens het voorlezen:

  • Op een rustig tempo lezen en af en toe een pauze nemen om het over het verhaal en de plaatjes te hebben.
  • Interactie gaat ook over gezichtsuitdrukkingen, dat maakt het voor kinderen nog spannender.
  • Als hij of zij opmerkingen heeft tijdens het verhaal, ga hier vooral op in en praat hierover. 
  • Vraag af en toe of hij of zij de 'moeilijke' woorden kent. 
  • Laat ze nadenken over gebeurtenissen
  • Leg verbanden met eerdere gebeurtenissen die op het verhaal lijken.
  • Voor meer verdieping in het verhaal: ''Hoe denk je dat dit nou gebeurd is? Wat zou er nu kunnen gebeuren? Hoe komt het dat..''

 

3. Na het voorlezen:

  • Bespreek samen wat er in het verhaal is gebeurd. 
  • Stel vragen als: ''Wat vond je van dit verhaal? Waarom vond je het leuk of spannend? Wat zou jij doen als je die personage in het verhaal zou zijn?''
  • Laat de kinderen het verhaal of personages naspelen, dat maakt het verhaal tastbaarder en plezieriger.
Rating: 5 sterren
1 stem